Armoedetoets
SAAMO Limburg
De ‘armoedetoets’ draagt in het algemeen bij tot goede en kwaliteitsvolle regelgeving. In het kader van een inclusief beleid mag regelgeving geen doelgroepen, zoals mensen in armoede, uitsluiten. Regelgeving mag ook geen nieuwe armoede creëren. Hiervoor is het belangrijk dat beleidsmakers met een armoedebril naar de bestaande en nieuw te ontwikkelen regelgeving kijken.
Een ‘armoedetoets’ is het resultaat van een participatief proces waarbij overheidsactoren, in dialoog met andere betrokken actoren, het beleid bij het ontwerp of de uitvoering screenen op de mogelijke impact die het zal hebben of heeft gehad op armoede, op mensen in armoede of op ongelijkheid die tot armoede kan leiden. Naast professionele en wetenschappelijke kennis over armoede wordt ervaringskennis ingeschakeld door mensen met een armoede-ervaring te betrekken.
“Armoedeverenigingen of organisaties die rechtstreeks werken met mensen in armoede zijn betrokken bij de uitvoering van de armoedetoets.”
Armoedetoets
Armoedetoets
Voor het lokaal bestuur om ervaringskennis te betrekken bij de besluitvorming.
Voor wie?
Beringen, Maasmechelen, Houthalen-Helchteren (in opstartfase).
Waar?
Momenteel wordt de Armoedetoets gefinancierd met middelen vanuit opbouwwerk.
Hoe?
Naast het voeren van een inclusief beleid zijn de voornaamste redenen voor de invoering van een lokale armoedetoets:
Armoede is een complex maatschappelijk probleem dat effecten en oorzaken heeft binnen verschillende levensdomeinen. Armoedebestrijding is niet enkel een taak van het sociaal huis of de dienst welzijn. Alle diensten binnen het lokaal bestuur hebben een impact op armoede.
Armoedebestrijding is een opdracht op verschillende beleidsniveaus. Het lokaal bestuur speelt hierin een belangrijke rol, met taken opgelegd door hogere overheden en het rechtstreekse contact met de doelgroep binnen de dienstverlening.
De organisatie van het lokaal bestuur wordt stelselmatig armoedegevoeliger gemaakt bij de uitrol van een lokale armoedetoets. Het bewustzijn voor de armoedeproblematiek wordt verhoogd.
Waarom?
De armoedeproblematiek wordt hoger op de politieke agenda gezet door adviezen toe te voegen aan dossiers voor het schepencollege.
Beleid wordt bijna altijd gemaakt door mensen met een hoger opleidingsniveau die vaak weinig in contact komen met mensen met een laag inkomen. De impact van beleidsbeslissingen op mensen met een laag inkomen is daarom ook moeilijk in te schatten omdat leefwerelden van elkaar afgesloten zijn. Door ervaringskennis te betrekken in een adviesprocedure kan een betere inschatting gemaakt worden op de impact van beleid voor mensen met een laag inkomen.
“Armoedebestrijding is niet enkel een taak van het sociaal huis of de dienst welzijn. Alle diensten binnen het lokaal bestuur hebben een impact op armoede. ”
Ervaringskennis betrekken bij besluitvorming, armoede als gespreksonderwerp op schepencollege. Een lokaal bestuur armoedevaardig maken.
Bevindingen?
Het draagvlak voor armoedebestrijding vergroten binnen een lokaal bestuur over verschillende beleidsdomeinen heen blijft een uitdaging.
Uitdagingen?
Meer info
Frederik Vaes
frederik.vaes@saamolimburg.be